Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Samuel nu deed, hetgeen de HEERE gesproken had, en hij kwam te Bethlehem. Toen [8]kwamen de oudsten der stad bevende hem tegemoet, en [9]zeiden: [10]Is uw komst [met] vrede? 8. Hebreeuws, beefden hem tegemoet. Vergelijk boven, hfdst.13 vs.7; onder, hfdst.21 vs.1; Hos.11:10. 9. Hebreeuws, zeide; te weten, een uit aller naam. 10. Hebreeuws, is uw komen vrede? Zij dachten misschien dat Samuel voor Saul vluchtte, vermoedelijk gehoord hebbende dat Saul op hem vertoornd was, omdat hij hem had aangezegd dat God hem van het koninkrijk verstoten had; of misschien waren zij bezorgd dat zij een grote zonde begaan hadden, welke de profeet hun kwam openbaren, en om hun de straf Gods daarover te verkondigen.